Historie en Landschap van de Holierhoekse en Zouteveense Polder en de Noord-KethelpolderOp vrijdag 28 januari 2011 zal het onderzoeksrapport Historie en landschap van de Holierhoekse en Zouteveense Polder en de Noord-Kethelpolder officieel worden overhandigd aan de heer J. Evertse, gedeputeerde van de provincie Zuid-Holland en aan de wethouders van de gemeenten Schiedam, Vlaardingen en Midden-Delfland. Dit boekje en ook de vorige edities zijn te downloaden als PDF bestand. Het boekje bevat een beschrijving van de ontstaans- en bewoningsgeschiedenis van deze polders, die tot het hart van het Midden-Delflandgebied genoemd kunnen.
Eerder verscheen in deze serie al de publicatie over de Klaas Engelbrechtspolder en de Harnaschpolder, Woudse Polder en Groeneveldse Polder. Deze actualisering van de cultuurhistorische informatie sluit aan bij het in 2009 ontwikkelde landschapsontwikkelings-perspectief (LOP), dat de basis zal vormen voor de herziening van de bestemmingsplannen buitengebied. In samenwerking met de stichting Groen Goud is meerjarige ondersteuning verkregen van de provincie Zuid-Holland, de gemeente Midden-Delfland en de Europese Unie. In de aanloopfase is het project ook gesteund door het stadsgewest Haaglanden. De officiële handeling vindt plaats op vrijdag 28 januari 2011, om 14.00 uur in de gerestaureerde boerderij van de familie R. Breugem, aan de Groeneweg 23, 3124 KA Schiedam. ToelichtingHet boekje bevat een beschrijving van de geologische, waterstaatkundige en bestuurlijke situatie, van de bewoningsgeschiedenis en van enkele landschappelijke bijzonderheden in dit deel van Midden-Delfland, waaronder de Vlaardingervaart. Het boekje vervolgt met de monumentale waarden van boerderijen en andere gebouwen en de jonge en afwijkende bebouwing, en sluit af met een overzicht van de meest waardevolle landschapsclusters. Het boekje bevat veel foto´s en acht kaartjes die de beschrijvingen duidelijk samenvatten en is op de site van de stichting te downloaden: www.middendelflandismensenwerk.nl. Met dit boekje is het derde deel verschenen van een serie die voor alle polders van heel Midden-Delfland in voorbereiding is. In de loop van dit jaar zullen opnieuw enkele polders volgen, waar onder de Duifpolder, de Commandeurspolder en de Dijkpolder. Schets van het onderzoeksgebiedHet onderzoeksgebied Holierhoekse en Zouteveense Polder en de Noord-Kethelpolder wordt in het noorden begrensd door de woonwijk Bijsterveld in Schipluiden en de Zuidkade die de grens vormt met de Kerkpolder. Deze kade verbindt de Zouteveenseweg met de Tanthofkade. Laatstgenoemde kade loopt in zuidelijke richting tot aan de Mandjeskade, die de noordelijke grens vormt met de Lage Abtswoudsche Polder. De oostelijke grens wordt gevormd door de Delftsche Schie richting Overschie tot aan de Poldervaart. In het zuiden wordt het plangebied begrensd door de Poldervaart, de bebouwing van Woudhoek in Kethel/Schiedam en van de wijk Holy in Vlaardingen. De westelijke grens is de Vlaardingervaart. De drie polders worden alle gekenmerkt door hun openheid, die
vooral in de oost-west richting sterk kan worden beleefd. Op
sommige plaatsen is dit ook het geval in de zuid-noord richting,
zoals vanaf de Woudweg, de Oostveenseweg en de Zuidkade. De
wegen in de Holierhoekse en Zouteveense Polder, alsmede de
Groeneweg in de Noord-Kethelpolder, fungeren als coulissen. De
laatste weg is een ontginningsweg, die doodloopt, hetgeen in
Delfland uniek is. In de onderzochte polders liggen
verschillende boerderijen aan lange lanen. De knotwilg is langs
de wegen de meest kenmerkende boom. Het ondergezochte gebied telt een viertal woonenclaves, namelijk Negenhuizen, de Kapel, de Kandelaar en de Kerkbuurt, die naast boerderijen, andere woonhuizen, beplanting en in het laatste geval ook een kerk met pastorie tellen. De wegenpatronen dateren allemaal uit de ontginningsperiode (twaalfde/dertiende eeuw) en zijn wat de breedte betreft nog bijna volledig authentiek. Naast de Woudweg, de Oostveenseweg, de Willemoordseweg en de Kandelaarweg zijn de Slinksloot en de Zweth belangrijke dwarsverbindingen. De kreekruggen onderscheiden zich niet alleen als hoogten in het landschap, maar ook als boerderijplaatsen. Een opvallend landschappelijk element is de nog bestaande eendenkooi van Zouteveen en de loop van het riviertje de Keen. De gehele zuidflank van de drie polders en de oostzijde van de Noord-Kethelpolder wordt gemarkeerd door nieuw aangelegde bosgroepen, plasjes en verruigde zones, die naast natuurwaarden ook recreatieve betekenis hebben. Het zandlichaam van de A4 en het spoor tussen Delft en Schiedam zijn harde doorsnijdingen. Het zandlichaam wordt tot nu beleefd als dijk. De kaden langs de Schie en de Vlaardingervaart laten nog iets uit de periode van de trekvaart zien. Met de Poldervaart zijn het ook plaatsen die van groot belang zijn voor de waterstaatkundige geschiedenis. Het meest opvallende van het open poldergebied zelf is, dat de agrarische bebouwing in de te bespreken polders nog altijd dominant aanwezig is en dat de ontwikkeling van de boerderijbouw en de melkveehouderij hier heel goed zijn waar te nemen. Topclusters van de Holierhoekse en Zouteveense Polder en de Noord-KethelpolderIn het rapport worden de volgende topclusters aangegeven (zie kaart):
Bijzondere wegen, paden en waterwegen:
Bron: Persbericht Stichting Midden-Delfland is Mensenwerk 24 januari 2011 06 april 2024 |